- Twee graven van Duitse zeelieden op algemene begraafplaats te Nes. Foto: A. van der Ploeg
- duitse graven 1951.jpg (787.41 KiB) 48100 keer bekeken
Recent werd ons door meerdere personen gevraagd naar het verhaal achter twee Duitse graven op de algemene begraafplaats te Nes. Pieter Jan Borsch kon ons daarover meer vertellen. Het hele verhaal volgt later op onze hoofdsite.
Bauke Bijlsma, 40 jaar, opperwachtmeester, wonend te Nes doet op 08-01-1951 bij de Burgerlijke Stand van de Gemeente Ameland aangifte van het overlijden van:
1. Albert Carl Otto Mitschke, 57 jaar oud, kapitein ter koopvaardij, geboren te Hamburg en wonende aldaar, zoon van Carl Friedrich Martin Mitschke en Francisca Bach, echtgenoot van Anna Rabe;
2. Albert Kuhr, 65 jaar, kok, geboren te Nettelbeck, wonende te Kiel, zoon van August Kuhr en Maria Klein, echtgenoot van Therese Ewert;
3. Hans Werner Siebke, 16 jaar, matroos, geboren te Hamburg, wonende te Beidenfleth, zoon van Karl Gustav Siebke en Alma Katharina Holler.
Hoe kwamen zij om het leven? Zie onderstaand.
- Leeuwarder Courant 06-05-1951
- Leeuwarder Courant 06-05-1951.jpg (172.41 KiB) 48100 keer bekeken
In de nacht van 4 op 5 januari 1951 vergaat het 72 jaar oude, Duitse motorschip “Hansine” ten noorden van De Hon (Oost-Ameland). Drie van de vijf bemanningsleden spoelen op Ameland aan. Ze worden de volgende morgen gevonden. De "Hansine" is 32 meter lang, 5 meter 20 breed en meet 170 ton. Het schip is (te) zwaar beladen met hout en is gekapseisd. De reddingboot werd niet gealarmeerd en de ramp heeft zich voltrokken zonder dat iemand het heeft gemerkt.
Hans Werner Siebke was matroos; hij was het derde bemanningslid dat aanspoelde en hij werd herbegraven in Duitsland. Een vierde bemanningslid werd veel later, in juli 1951, gevonden door de veerboot van Schiermonnikoog onderweg van Oostmahorn naar het eiland of omgekeerd. De reddingboot heeft het lijk opgehaald en naar Oostmahorn gebracht. Deze zeeman ligt begraven op de algemene begraafplaats van Metslawier. Hij kwam uit Oost-Duitsland.
Met dank aan Pieter Jan Borsch en Nynke van der Zee