Onderstandsgeschil tussen de gemeentes Zaandam en Ameland

Plaats hier de berichten over uw genealogisch onderzoek, zoals vragen, opmerkingen, aanvullingen.
Amelander historie
Site Admin
Berichten: 204
Lid geworden op: 11 Dec 2015, 23:28
Contact:

Onderstandsgeschil tussen de gemeentes Zaandam en Ameland

Berichtdoor Amelander historie » 26 Okt 2019, 10:29

Het onderstaande verslag betreft een onderstandsgeschil tussen de gemeentes Zaandam en Ameland m.b.t. de "onderstandsdomicilie" van Anna Wilhelmina Frederika Smidt (uiteraard komt die naam in verschillende spellingen voor).
Het probleem is uiteraard geld! Wie draait op voor de kosten van ondersteuning van deze, naar eigen zeggen, op Ameland geboren vrouw. Dit wordt tot op de bodem uitgezocht.

Het geschil tusschen Ameland en Zaandam over het onderstandsdomicilie betr. Anna Wilhelmina Frederika Smidt, weduwe Jacobus de Wilde.

In die zaak is rapporteur de Staatsraad de Jonge; Ik verzoek dien heer het verslag daarover wel te willen uitbrengen.

Staatsraad de Jonge:
Mijne Heeren! De armlastige is in October 1867 in onderstand opgenomen te Rijp (Noordholland). Volgens hare opgave is zij geboren te Hollum (eiland Ameland) den 30 Januarij 1811.

Ameland ontkent deze geboorte aldaar, op grond, dat op de geboorte- en doopregisters (Opm. Nynke: dat laatste is logisch: Doopsgezinde ouders!!) niets omtrent haar bekend is. Zelfs staat in dat jaar geen kind vermeld als geboren te Hollum uit de ouders der armlastige, namelijk Jan Hendrik Smidt en Antje Sippes Koning.

Intusschen was gebleken, dat zij in 1814 was gedoopt te Zaandam. In de doopacte, door den Predikant der Evangelisch-Luthersche gemeente te Zaandam destijds opgemaakt , komt de armlastige voor als gedoopt den 24 Julij 1814 en geboren den 30 Januarij 1811. Verder blijkt, dat in de overgelegde acte van voltrekking te Zaandam van der armlastige huwelijk met Jacobus de Wilde, op 21 Augustus 1836 (bij welk huwelijk de moeder der armlastige, destijds weduwe Smidt, tegenwoordig was), almede vermeld staat, dat zij is geboren op Ameland en destijds 25 jaar oud was, zijnde de doopcedulle voornoemd bij dat huwelijk almede overgelegd.

Op den 13 Februarij 1868 had een verhoor onder eede plaats voor den bevoegden Kantonregter van drie personen op het eiland Ameland. Deze gaven te kennen dat hun door eigene ervaring niets bekend is aangaande de geboorte van de bij hen geheel onbekende persone van A. W. E. Smidt of Smit; dat zij echter wel eens hebben gehoord, dat omstreeks 1811 te Hollum is woonachtig geweest, naar zij vermeenen, Hendrik Smidt, van beroep grofsmid, gehuwd met Antje Sippes Koning welke echtelieden kort daarna met der woon naar Zaandam waren vertrokken; dat volgens twee van de drie gehoorde personen, bovengenoemde Antje eene zuster was van hunne moeder Hikke Sippes Koning, en zij meer bijzonder daardoor meermalen over die familie hebben hooren spreken en daarbij van het opgegeven vertrek naar Zaandam hebben vernomen, gelijk ook dat aldaar hun nog een kind was geboren, alsmede dat van hen meer kinderen te Hollum waren geboren, te Zaandam of elders waren overleden; verder dat zij wel hebben gehoord en bij hen voor waarheid is aangenomen, dat de moeder, nog in leven, van den tegenwoordigen Wethouder H.W. de Boer in 1811 in de nabijheid van de eerstgemelde echtelieden Smidt was wonende geweest en aan deze toen een zoon was geboren , in datzelfde jaar, waarin zij van dezen haren zoon was bevallen; dat eindelijk deze hunner getuigen's moeder door haren 87-jarigen ouderdom niet meer in staat is om een getuigenis herwaarts te komen afleggen, zoo als dit mede het geval is met Arjen Nobel, thans 84 jaren oud, die ook, naar zij intusschen vernamen, zoude hebben te kennen gegeven dezen aangaande niets te weten, als steeds buiten het dorp Hollum te hebben gewoond.

Nadat Burgemeester en Wethouders van de Rijp herhaaldelijk over deze aangelegenheid in briefwisseling waren geweest met Gedeputeerde Staten van Noordholland, en deze laatsten met hunne ambtgenooten in Friesland, spraken Burgemeester en Wethouders voormeld bij hunnen brief van 9 Mei 1868 eindelijk de gemeente Zaandam aan, als zullende, volgens art. 27 , lid 7 der wet op het armbestuur, het onderstands-domicilie in deze zijn.

Burgemeester en Wethouders van Zaandam gaven, bij missive van den 16 Mei j.l. te kennen, dat art. 28, lid 7, hier niet toepasselijk is. De doop-acte is, zeggen zij, slechts eene aanwijzing voor het onderstands-domicilie, indien het tegendeel niet blijkt; dit laatste is hier het geval, de armlastige is blijkbaar te Hollum geboren.

Nadat het Bestuur der gemeente Zaandam in gelijken zin aan Gedeputeerde Staten van Noordholland had geschreven, hebben deze laatsten, onder dagteekening van 29 Julij j.l., het geschil ter kennisse gebragt van den Minister van Binnenlandsche Zaken, ten einde daarop bij Zijne Majesteit eene uitspraak uit te lokken. Zij geven daarbij als hun gevoelen te kennen, dat, zoolang de geboorteplaats der armlastige niet is uitgevonden, de gemeente Zaandam, volgens art. 18, lid 6, als onderstands-domicilie zal behooren te worden aangewezen.

Op last van den Minister van Binnenlandsche Zaken werd nog een nader onderzoek ingesteld. Dien ten gevolge zijn alsnog overgelegd de doodacten van vier broeders of zusters van de armlastige, allen te Zaandam overleden, en volgens den inhoud dier acten allen op Ameland geboren, verklarende de armlastige tevens dat zij nog eene zuster gehad heeft, welke te Amsterdam overleed, en in 1798 of 1799 te Wormerveer zou geboren zijn.

Nog heeft er plaats gehad een nader getuigenverhoor voor den Kantonregter, den 4 November 1868. De eerste getuige, Hikke Sippes, weduwe Hans de Boer, oud 87 jaren, gaf te kennen, dat zij eene zuster heeft gehad, met name Antje Sippes, vroeger dienstmeid te Zaandam, dewelke, vóór ongeveer zestig jaren geleden, zonder daaromtrent eene nadere tijdsbepaling te kunnen doen, op Ameland is gekomen met een Hendrik Smid, met wien zij, naar het zeggen, was gehuwd, hebbende reeds een of meer kinderen, en welke personen toen eenigen tijd te Hollum hebben gewoond, alwaar zij ook een of meer kinderen hebben gekregen, waaromtrent zij echter geene nadere opgaaf kan doen, als alleen dat zij eene dochter Wim en eene andere met name Grietje hadden, die zij, getuige, niet weet of al dan niet te Hollum waren geboren, en dat zij verder te dezer zake zich niets meer herinnert. (Opm. Nynke: Mogelijk was Wim dezelfde als Anna Wilhelmina Fredrika, een Grietje was er niet bij, tenzij die voor 1811 is overleden.

De tweede, Arjen Arjens Nobel, oud 86 jaren, gaf te kennen, dat hij in 1812 van Ballum naar onder het behoor van Hollum is komen te wonen, en toen op deze plaats wel eenen Hendrik Smid heeft gekend, maar met denzelven geene gemeenschap heeft gehad en niet te kunnen opgeven, of hij gehuwd was, evenmin of hij kinderen had, en niets meer van deze zaak te weten.

Het Gemeentebestuur van Ameland gaf, bij missive van 13 October j.l., in verband met het eerste getuigenverhoor van 13 Februari te voren, alsnog te kennen hetgeen volgt: "Vermits wij in het bij die stukken gevoegd getuigenverhoor in deze zaak vermeld vonden, dat de moeder van den tegenwoordigen Wethouder dezer gemeente, H. W. de Boer, in 1811 te Hollum nabij de ouders dezer behoeftige, genaamd J. H. Smidt en Antje Sippes, woonde en dat die dat jaar van een zoon is bevallen, terwijl zij verklaard had zich te herinneren, dat de moeder der behoeftige in datzelfde jaar een zoon had ter wereld gebragt, — hebben wij daaromtrent een nader onderzoek ingesteld, waarbij is gebleken, dat de Wethouder voornoemd den 20 Junij 1811 is geboren, terwijl diens moeder zich meent te herinneren, dat de moeder der behoeftige des winters te voren, hetzij voor- of na Nieuwjaar, mede van een zoon is bevallen, zonder dat wij echter omtrent die bevalling eenige aanteekening in voormelde registers hebben gevonden, en daarom van gevoelen zijn, dat die opgaaf onjuist zal zijn

Gedeputeerde Staten van Noordholland volharden bij hun vroeger advies, waarmede ook die van Friesland zich vereenigen. Verder zijn geene memoriën ingediend, en ik meen hiermede voor verslag te kunnen volstaan.

De Voorzitter: Ik dank den heer rapporteur voor het door hem uitgebragt verslag. Er zijn geene belanghebbenden opgekomen. Er kunnen dus geene inlichtingen worden gevraagd of gegeven.
En vermits er verder voor heden geene zaken aan de orde zijn, sluit ik de vergadering.

Met dank aan Nynke van der Zee

Terug naar “Algemeen”

Wie is er online

Gebruikers op dit forum: Geen geregistreerde gebruikers en 1 gast